Dont's (dingen die je niet moet doen):

- In de wei gaan bij paarden die je niet kent, en ook niet van jou zijn.

- Doen alsof een pony van jou is als dit niet het geval is.

- Doen alsof je paarden kan temmen (dit kan namelijk niet).

- Springen op de verharde grond (stenen/asfalt/grint/schelpenpaadjes) of waar het glad is.

- Springen op een plek waar scherp of andere gevaarlijke spullen liggen.

- Vlechtjes maken en deze er niet uithalen als je weg gaat.

- Rijden op paarden waar van de eigenaar geen toestemming gekregen hebt.

- Doen alsof je fantastisch kan rijden.

- Onnodig hulpteugels gebruiken omdat je paard 'mooi' gaat lopen, terwijl je er geen verstand van hebt (bijvoorbeel een slofteugel).

- Zelf een hoofstel maken met touwtjes

- tijdens het rijden alleen maar galoperen

- doen alsof je alles beter weet

- paarden aan de teugel zagen (doormiddel van kneepjes in de teugels enzo)

- je paard slaan als je het zelf fout doet, of als het al lang geleden (meer als 2 minuten) is dat het dier iets fout deed.

- antwoorden in MSN taal (me paardjuhh, hij is zo lieff, ik houww va humm)

- Niet aan de afspraken van de eigenaar houden.

- Een paard aaien als de eigenaar zegt dat hij dit niet wil.

- Een paard de hele dag in stal zetten (paarden zijn veel blijer buiten in de wei)

 

Do's (dingen die je WEL moet doen):

- netjes rijden en je paard vriendelijk behandelen.

- aan de eigenaar van een paard vragen of je het paard mag aaien/ poetsen/ verzorgen

- springen op zachte ondergrond (zand).

- In gewone taal antwoorden.

- Een paard aaien aan de andere kant van het hek.

- Met plezier naar je les gaan.

- Een goed hoofdstel omdoen

- Een paard lekker wennen met wortel als dit mag van de eigenaar.

- Hulp vragen als je iets niet snapt.

- Eerlijk zeggen als je nog niet heel lang rijd.

- Hulp vragen als het niet lukt met rijden.

- Alleen een paard voeren als dat mag.

- Vlechtjes eruit halen als je naar huis gaat.

- goed uitstappen